Sjetse van vreuger
oet en dörp in Zuid-Limburg
Verduidelijking van enkele woorden
aemke- vest
ampleman- ledepop
aolskoet- vis, waarvan 2/3 kop, levend onder dikke stenen op de bodem van de Maas
awdênk- as uit de kachel
baar- grote aarden kom
baan (aw baan)- Napoleonbaan
ballesjolk- schort van jute of jute zak
baoj- veldwachter
begaaj (bagaaj)- achterbuurtvolk
bêsj- grootmoeder, oude vrouw
bookesmêel- boekweitmeel
breer- hek
burbelke- papel, blaasje
dêk- dikwijls
êerplemets- aardappelmes
es- es
eulenteul- vlier
fitsjke- kleinigheid
fôsje- vals spelen, bedriegen
gèlje- kopen
gilé- vest
graffieùtjes- anjers
grêntjen- azen
(groate)stein- grenssteen langs de weg tussen de gemeenten
halfe- grote zetboer
hawf- half
hoamês- hoogmis
hônsjepestaol- pistooltje met kogels van kurk om honden van de fiets weg te houden
hùjpùlf- met hooi gevuld dekbed
huukselen- samenkruipen
huuske- huisje of WC
houtere slaeg- blinden
kallen- spreken
kamasje- beenkappen
kanadaas- populieren
kazjevek- eng jakje
kêel- kerel
kêel- keel (andere stembuiging)
keffele- stoeien
kipkap- balkebrei
kladsjoar- kletswijf
klaw- steen of klauw
kluut- bal van leem en kolengruis
knab- anderhalvecent stuk
knakkert- voetzoeker
knuules- knul
koaj- lift in de kolenmijn
koel- kuil, kolenmijn
kônjert- eetbare plant te vinden op de uiterwaarden
kônkernuul- kornoelje
kookebloom- primula
koos of koosj- korst (brood)
korsmes- kerstmis
kraaktuut- proppeschieter
krats- jeukende huidziekte
krawwepuèt- wilde anemonen
kretsen- krabben
kroasele- kruisbessen
kroat- biet
kroetwèsj- ruiker van veldbloemen
kirkesleutels- sleutelbloemen
kuukebender- venter in kuikens
kùsteek- kussensloop
kwakkerte- kikvorsen
lôtsj- speen
loup(de)- diarrhee
luif- verhoging als een trottoir voor de voordeur langs het huis, afscheiding van de binnenplaats of van de mestvaalt
meeke- huilen, janken, zeuren
mêstem- mestvaalt
minsj- man of mens
misje- mengen
moar- waterketel
moosem- moestuin
naasjepak- allooi
neringe- herkauwen
örtje- halvecent stuk
patsj- pet
peesje- persen, duwen
peùsjloak- buis door de buitenmuur voor afvoer van water uit de pompebak in de keuken
pink- verdronken dieren die de Maas afdreven
pool- poel, open beerpoel
proemen- pruimen, kauwen
prôsje- prutsen
raemke- plaatijzeren voetstuk voor de kachel of de stoof, raampje
ras- rust
reub- knolraap
slips- das
sjetse- schetsen
sjoal- school
sjaw- schuifslot
sjoalpamflet- kort na de oorlog 1418 wilden de Belgen Zuid-Limburg annexeren. Zij eisten een volksstemming bij ons. De schoolkinderen kregen rood-wit-blauw omrande pamfletten mee naar huis, waarop stond: 'Wat je hebt dat weet je. Wat je krijgt dat weet je niet!!'
sôrel- zuring
spieën- spuwen
stèchele- bekvechten
stomfits- stoomfiets, motorfiets
strömpe- kousen
stùkkere- stukken inzetten
subbedeus- suffert
tèjer- bord (eten)
tien- teil
toeke- een klap geven, slaan
tuitel- buis, tuit
verneùke- bedriegen, bij de neus nemen
vlùchten- vlechten of vluchten
vrêijele- bekvechten
waafre- welke, wat voor een
wawwelen- kletsen
wiemere- rode, witte en zwarte bessen
wisje- vegen
witse- biezen
wuiles- bolus
zawt- zout
zevenuiger- karbunkel
zoejel- slappe koffie
zoejelpot- grote koffiekan
zwaegelke- lucifer
Mijn dank aan de Stichting Charles Beltjens Sittard en Jean A. Knoors te Grevenbicht voor hun medewerking aan de uitgave van dit boekje.
J.H. Frenken