Hub Frenken: Limburgse luchtvaarder met een opmerkelijke levensloop
Van Indiëvlieger tot dermatoloog
Begin vorig jaar overleed een van de laatste nog levende Indiëvliegers van de KLM. Dr. Josephus Hubertus (Hub) Frenken had een opmerkelijke levensloop. Eerst maakte hij carrière als vlieger bij de KLM, daarna begon hij nog eens aan een tweede loopbaan: ditmaal als arts.
Piet Kok, st. Vriendenkring Aviodome
Na zijn middelbare schoolopleiding in Kerkrade ging Frenken tijdens zijn militaire dienst in 1928 naar Soesterberg om opgeleid te worden tot Luitenant-vlieger. In 1930 werd hij de eerste Limburger met een vliegbrevet. Frenken werd in 1932 door Albert Plesman opgebeld en uitgenodigd om bij de KLM te komen vliegen. Plesman vreesde op dat moment een tekort aan vliegers door een dreigende pilotenstaking. Op 1 april 1933 trad hij in dienst, samen met Kooper en de Graaff. Het drietal maakte deel uit van de vierendertig vliegers die de KLM toen in dienst had.
Twee maanden later begon Frenken aan zijn eerste vlucht op de Indië-lijn. Hij vloog op de 133ste Indiëvlucht met de Fokker F.12 'Havik' (PH-AIH) als tweede bestuurder naar Batavia. Frenken maakte deze vlucht met gezagvoerder Piet Soer die later beroemd zou worden door zijn vlucht met de Fokker F.18 'Pelikaan'.
De kersverse KLM-vlieger Frenken schreef later een boek over zijn eerste vlucht naar Indië: 'Piet Soer en anderen van de oude Indiëroute'. Soer vloog ook de 220ste Indiëvlucht, zijn laatste, samen met Frenken, ditmaal in de 'IJsvogel'. Kort na deze reis verongelukte Soer met de 'Leeuwerik' op weg van Praag naar Amsterdam.
Met een van zijn binnenlandse vluchten haalde Frenken de kranten. In augustus 1935 steeg hij met de F.8 PH-AEH op voor een rondvlucht met 12 schooljongens aan boord. Wegens brandstofgebrek gaf de rechtermotor kort na de start nog maar half vermogen en viel de linkermotor volledig uit. Frenken wist keurig te landen in een aardappelveldje bij Schiphol. Het incident kreeg nog een staartje toen de pas opgerichte 'Commissie inzake verhoging veiligheid luchtverkeer' van mening was dat Frenken de brandstofpeilglazen niet of onvoldoende had gecontroleerd. Frenken zei misleid te zijn door de schuine stand van het vliegtuig op de grond.
Tot aan de mobilisatie in 1939 vloog Frenken 23 keer naar Batavia, de laatste 6 vluchten als gezagvoerder op de DC-3.
In 1939 werd Frenken met vele andere KLM-vliegers gemobiliseerd en vloog hij bij het 'Wapen der Militaire Luchtvaart' (de toenmalige Luchtvaartbrigade van de Koninklijke Landmacht) op de Fokker T.5 bommenwerper. Gedurende de 5-daagse oorlog in mei 1940 mocht hij niet vliegen vanwege een oorontsteking. Die ontsteking redde waarschijnlijk zijn leven, bijna alle T.5's werden door de Duitsers uit de lucht geschoten.
In 1941 werd Frenken vastgezet in het kamp te Schoorl maar hij kwam na 6 weken weer vrij. Hij wilde graag naar Engeland om voor de KLM op de lijn Bristol-Lissabon te vliegen. Dit is niet gelukt. Hij werd in 1943 in Frankrijk opgepakt. Later werd Frenken naar Duitsland gebracht. Bevrijd door de Russen in 1945 ging hij samen met Aler (die later president-directeur van de KLM werd) terug naar Nederland. Frenken ging weer vliegen voor de KLM met de Dakota en de DC-4.
Het jaar 1948 betekende een keerpunt in Frenken's loopbaan, hij slaagde voor zijn arts-examen aan de Universiteit van Amsterdam. In datzelfde jaar verliet hij de KLM, mede omdat zijn echtgenote de vliegerij na het verongelukken van hun vriend Parmentier met een Constellation bij Prestwick niet meer zag zitten.
Verre contreien bleven hem lokken, Frenken werkte als scheepsarts, had een huisartsenpraktijk op Curacao en was daarna huidarts in Mexico en Aruba. Na zijn pensioen in 1976 vestigde Frenken en zijn vrouw zich in Andorra.
Naast zijn boek heeft Frenken nog diverse (luchtvaart)artikelen geschreven voor 'Vrije Vogels', het blad van de Vereniging Gepensioneerden-KLM.
Dr. Josephus Hubertus (Hub) Frenken werd geboren te Obbicht (L) op 21 april 1907. Hij overleed in Rotterdam op 15 februari 2001.
Verenigde Vleugels, maart 2002